Tuinreglement

Artikel 1 Algemeen

1.      Dit reglement regelt het huren en verhuren van tuinen.

2.      De leden van de vereniging kunnen een tuin huren.

 

Artikel 2 Lidmaatschap

1.      Het bestuur beslist over de toelating tot het lidmaatschap met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2 en 3 van dit reglement.

2.      Bij belangstelling voor een tuin zal het bestuur informeren en uitvragen. Ter sprake komt algemene informatie van de vereniging, verwachtingen en verplichtingen.

3.      Aspirant kandidaat-lid krijgt één week bedenktijd.

4.      Eventueel volgt plaatsing op de wachtlijst.

 

Artikel 3 Kandidaat leden/wachtlijst

1.      De aanmelding als kandidaat lid gebeurt schriftelijk bij het bestuur.

2.      Om als kandidaat-lid ingeschreven te worden dient de melder zijn naam en adresgegevens (straat, huisnummer, telefoonnummer en e-mailadres) door te geven aan het bestuur.

3.      Bij toelating tot de wachtlijst is het bepaalde in artikel 4 leden 1 en 3 van de Statuten van toepassing.

4.      Als er volgens het bestuur geen belemmeringen zijn, wordt de melder als kandidaat-lid op de wachtlijst geplaatst. Deze belemmeringen zijn vermeld in de statuten artikel 4.

5.      Plaatsing op de wachtlijst geschiedt volgens datum van aanmelding.

6.      Indien een kandidaat-lid zijn status van kandidaat wil beëindigen, meldt hij dit schriftelijk aan het bestuur.

7.      Een kandidaat-lid is geen lid van de vereniging.

8.      Een kandidaat-lid is zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen van zijn adres- en emailgegevens bij het bestuur. Alle gevolgen van een verzuim zijn voor eigen verantwoordelijkheid.

9.      Als een kandidaat als lid wordt toegelaten, eindigt op de datum van de toelatingsbrief zijn status van kandidaat.

 

Artikel 4 Toewijzing tuinen

1.      Als een tuin beschikbaar komt, neemt het bestuur contact op met eerstvolgende kandidaat lid op de wachtlijst, met het verzoek binnen twee weken te melden of hij/zij de tuin wil bekijken. Het bestuur houdt hierbij rekening met bijzondere situaties (zoals vakanties, overlijden familielid enz.). Als meerdere tuinen beschikbaar komen wordt contact opgenomen met zoveel meer wachtenden als extra tuinen beschikbaar zijn gekomen.

2.      Bij meerdere vrijkomende tuinen worden de tuinen aangeboden volgens de volgorde op de wachtlijst en de voorkeur na bezichtiging.

3.      Het bestuur beoordeelt na een gesprek of deze persoon of personen voor het lidmaatschap van één jaar in aanmerking komt/komen.

4.      Bij een positief oordeel wordt aan deze persoon/personen voor de duur van één jaar een tuin ter beschikking gesteld. In voorkomend geval dient het plaatsen van een huis of kas binnen een jaar te worden afgeraden.

5.      Bij tuinacceptatie dient het lid te wonen in Zwijndrecht of de regio.

6.      Als niemand van de uitgenodigde kandidaat-leden binnen de gestelde termijn de tuin aanvaardt, dan neemt het bestuur contact op met eerstvolgende kandidaat lid op de wachtlijst.

 

Artikel 4 vervolg

7.      Het kandidaat-lid kan na bezichtiging tweemaal een tuin weigeren. Ook een negatief oordeel zoals genoemd in lid 6, geldt als een weigering. Als het kandidaat-lid de als derde aangeboden tuin weigert of als hem na het proefjaar het lidmaatschap wordt geweigerd wordt hij van de wachtlijst geschrapt.

8.      Per tuin kan slechts één lid worden toegelaten.

9.      Alle tuinen op het terrein komen op gelijke wijze voor aanbieding en toewijzing in aanmerking.

10.  Het bestuur ziet toe op de overdracht van de tuin conform het bepaalde in artikel 6.

11.  De tuin kan pas worden toegewezen nadat – in geval van (gedeeltelijke) overname van bouwsels  en/of beplantingen – de mogelijk daaraan verbonden verplichtingen zijn nagekomen.

12.  Bij acceptatie van de tuin verklaart het lid in de toelatingsbrief in welke staat hij de tuin accepteert.

13.  De aangeboden tuin is toegewezen als de tuin is geaccepteerd, als de huurovereenkomst is getekend,  de administratie kosten zijn voldaan en de secretaris de geheel ingevulde en ondertekende toelatingsbrief voor het gebruik van de tuin gedurende één jaar heeft ontvangen.

14.  Het kandidaat-lid voor een tuin op volkstuincomplex ‘de Amateurtuinder” ontvangt tegen betaling  van een borg een sleutel die toegang geeft tot dit terrein.

15.  De vereniging zal de tuinder indien gewenst of waar nodig actief begeleiden.

16.  De hoogte van de totale pacht wordt vastgesteld door de Algemene Leden Vergadering (ALV).

17.  Na afloop van het proefjaar besluit het bestuur over verlenging van het lidmaatschap. Bij een  positieve beslissing wordt de tuin voor onbepaalde tijd toegewezen. De huurovereenkomst wordt van rechtswege een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd, behoudens wat in de voorschriften van de vereniging is geregeld over beëindiging van het lidmaatschap.

18.  Het bestuur kan bij bijzondere omstandigheden de proeftijd met een jaar verlengen. Het bestuur kan overigens besluiten dat bij een toewijzing wordt afgeweken van de wachtlijst.

19.  Bij aanvaarding van een tuin moet de nieuwe huurder een waarborgsom storten. Bij beëindiging van de huur, indien de tuin naar de mening van het bestuur naar behoren is opgeleverd, wordt de waarborgsom terugbetaald.

 

Artikel 4a Toewijzing tuin na overlijden huurder

1. Wanneer een tuin vrijkomt door het overlijden van het betrokken lid kan het bestuur, de tuin toewijzen aan een thuiswonend lid van het gezin van de overledene onder voorwaarde dat betrokkene lid wórdt van de vereniging.

 

Artikel 4b Verandering van tuin

1.        Wanneer leden aangeven een andere tuin te willen, dan kan dit pas indien een lid twee jaar de beschikking heeft gehad over een dezelfde tuin.

2.        Het lid dient hiertoe een beargumenteerd verzoek in bij het bestuur.

3.        Het bestuur beslist over het verzoek. Bij positieve beoordeling wordt de verzoeker op een door het bestuur bijgehouden doorschuiflijst geplaatst.

4.        Een vrijkomende tuin wordt aangeboden aan de eerst-wachtende op de doorschuiflijst.

5.        Het aanbod hoeft niet te worden gedaan als het lid naar oordeel van het bestuur niet naar behoren de verplichtingen van het lidmaatschap nakomt.

 

Artikel 5 Einde huur

1. De huur van een tuin eindigt:

a.       doordat het lidmaatschap van de betrokkene volgens artikel 7 van de Statuten eindigt.

b.      door opzegging door de huurder of door het bestuur.

2.      In het onder 1, sub a, bedoelde geval eindigt de huur op hetzelfde tijdstip als waarop het lidmaatschap eindigt. Het bestuur kan desgewenst aan de erfgenamen van een overleden huurder toestaan de tuin nog gedurende de rest van het lopende kalenderjaar te blijven gebruiken.

3.      Opzegging door de huurder, als bedoeld onder 1, sub b, moet uiterlijk vier weken voor het einde kalenderjaar schriftelijk geschieden en gaat in op één januari van het volgende jaar.

4.      Opzegging door het bestuur, als bedoeld onder 1, sub b, kan geschieden wanneer de vereniging de beschikkingsmacht over de grond verliest.

5.      De opzegging als bedoeld onder 4 gaat in op een door het bestuur te bepalen tijdstip.

 

Artikel 6 Tuinoverdracht

1.      De overdracht van een tuin aan een kandidaat-lid of ander lid, bij beëindiging van het lidmaatschap of bij het veranderen van tuin kan uitsluitend geschieden door tussenkomst van het bestuur. Een overdracht zonder tussenkomst van het bestuur is niet rechtsgeldig.

2.      Een lid zegt zijn lidmaatschap op door een schriftelijke mededeling aan het bestuur, uiterlijk vier weken voor het einde van het kalenderjaar.

3.      Het bestuur nodigt het vertrekkende en het komende lid uit voor een bezoek aan de tuin waarbij vastgesteld wordt welke onderdelen van de tuin behouden kunnen blijven en welke niet.

4.      Het vertrekkende lid moet de tuin schoon opleveren, tenzij het komende lid de tuin of onderdelen daarvan in de bestaande toestand aanvaardt. De tuin dient daarbij te voldoen aan de eisen die voortvloeien uit dit reglement en de bijbehorende uitvoeringsnota’s.

5.      De oude en de nieuwe tuinder handelen een eventuele overname af.

6.      Het vertrekkende lid is verantwoordelijk voor de oplevering conform de afspraken. Het bestuur ziet daarop toe. Indien nodig verzoekt het bestuur het vertrekkende lid binnen een bepaalde termijn bepaalde werkzaamheden alsnog te verrichten.

7.      Als de vertrekkende tuinder de geëiste werkzaamheden niet binnen de termijn heeft verricht, is het bestuur daarna verantwoordelijk voor de oplevering. Het bestuur is gerechtigd de kosten van het in orde brengen van de tuin bij het vertrekkende lid in rekening te brengen tot ten hoogste € 250, –. Tevens komen, als (nog) een boom moet worden gekapt, de eventuele legeskosten van een kapvergunning en de eventuele kapkosten voor rekening van de vertrekkende tuinder.

8.      Als de termijn is verlopen wordt de tuin toegewezen aan het komende lid.

9.      Indien het lidmaatschap is beëindigd moet het voormalige lid, te rekenen vanaf de datum van beëindiging, binnen 14 dagen zijn overige eigendommen verwijderen.

10.  Het vertrekkende lid moet de sleutel(s) die toegang geeft/geven tot het terrein inleveren bij het  bestuur.

11.  Als de sleutel(s) bij inlevering naar oordeel van het bestuur in goede staat is/zijn, ontvangt het  vertrekkende lid de borg retour.

12.  Het bestuur kan van de in lid 6 genoemde termijn afwijken als de nieuwe tuinder niet tijdig heeft  kunnen aangeven of hij de tuin en de zich daarop bevindende bouwsels en beplantingen wil overnemen. Dit is nodig omdat met een opzegtermijn van 4 weken en een maximale reactietijd van twee weken het overleg over de overname in de knel kan komen.

13.  Indien een lid na onherroepelijke beëindiging van diens lidmaatschap nog een schuld heeft aan de  vereniging, dan moet hij die binnen een termijn van één maand voldoen.

 

Artikel 6a Tuinoverdracht – nadere bepalingen

1.     In afwijking van artikel 6 lid 2 kan tussentijds worden opgezegd in geval van overmacht, dit ter beoordeling van het bestuur.

2.     In het geval bedoeld in lid 1 worden de contributie, betaald aan de vereniging en de huur van de tuin naar rato van de datum van opzegging gerestitueerd.

3.     De nieuwe tuinder betaalt de contributie aan de vereniging en de huur van de tuin naar rato van de datum dat de tuin feitelijk wordt overgenomen.

 

Artikel 7 Betaling huur

1.      De huurprijs van een tuin moet bij vooruitbetaling per jaar worden voldaan. Betaling moet plaats vinden in de maand januari van het desbetreffende kalender jaar op de door het bestuur te bepalen wijze.

2.      Indien de huur van een tuin in de loop van een kalender jaar eindigt, is het bestuur bevoegd, als dit haar billijk voorkomt, een gedeelte van de reeds betaalde huurprijs terug te geven.

 

Artikel 8 Rechten en plichten van huurders

1.        Rechten

Tenzij anders bepaald heeft een lid de vrije beschikking over de hem ter beschikking gestelde tuin en is hij vrij hierop bouwsels te plaatsen en beplantingen aan te brengen, mits hij zich houdt aan de daarvoor geldende voorschriften.

 

2.        Plichten

De huurders zijn, onverminderd de andere bepalingen van dit reglement verplicht zich als goede huurders te gedragen. Dit betekent

a.      dat op de tuin actief wordt getuinierd;

b.      dat verordeningen en voorschriften van de overheid, het AVVN en de vereniging worden nageleefd;

c.      de aanbevelingen van de Commissie “Natuurlijk Tuinieren” worden zoveel als mogelijk opgevolgd als omschreven in bijlage 1;

Tevens wordt van goede huurders verwacht dat zij

a.      hun tuin uitsluitend gebruiken voor het beoefenen van het amateur-tuinieren;

b.      hun tuin uitsluitend door henzelf en de door hen aangewezen personen gebruiken;

c.      hun tuin in goede staat houden. Dit houdt in dat de tuin, bouwsels, beplanting, de aan de tuin grenzende paden en tuinafscheidingen goed worden onderhouden of vernieuwd, rekening houdende met de voorschriften van de vereniging;

d.      alles nalaten wat andere huurders hindert of schaadt en wat het aanzien van het tuincomplex schade doet of de goede orde op het complex stoort;

e.      het tuinnummer aan de buitenkant van hun tuinhekje goed zichtbaar te hebben;

f.       de rand van het pad langs hun tuin goed schoon te houden;

g.      te zorgen dat delen van gewassen, planten, heesters of bomen niet overhangen boven andermans tuin;

h.      het van de tuin afkomend groente-, fruit- en tuinresten op de tuin te composteren;

i.        de voor compostering ongeschikte tuinresten zoals van aardappelplanten, zieke planten, wortelonkruiden en onkruiden met zaad af te voeren;

j.        waar nodig wisselteelt toe te passen. Onder wisselteelt wordt verstaan dat jaarlijks verschillende gewassen doorschuiven. Zo komt hetzelfde gewas pas na enkele jaren terug op hetzelfde moestuinbed;

k.      bij het einde van de huur de tuin in goede staat op te leveren;

Noot: Onder “tuin” is begrepen de zich op een tuin bevindende beplantingen en opstallen.

 

Artikel 9 Diverse verboden

1.       Met betrekking tot algemene zaken is het een lid niet toegestaan om:

a.        overlast aan derden te bezorgen (geluidhinder, stank en rook);

b.       zijn sleutel van het complex, anders dan voor hulp bij afwezigheid, over te dragen aan anderen;

c.        schade toe te brengen aan het terrein, tuinen, beplantingen en gebouwen en bouwsels;

d.       in zijn opdracht door derden producten of materialen in de ruimste zin, af te laten leveren, tenzij bedoeld voor eigen gebruik bij tuinieren;

e.        andermans tuin te betreden zonder diens toestemming, tenzij in de voorschriften van de vereniging anders is bepaald;

f.        buiten de eigen tuin een hond te laten loslopen;

g.        buiten een gesloten tuinhuis mechanische muziek te maken;

h.       op een tuin aardappelloof, bonenstro, snoeisel of ander afval/dergelijke te verbranden;

i.         de sloten in het complex te verontreinigen door daarin afval te werpen, afvalwater of chemische stoffen te lozen of op enige andere wijze;

j.         op een tuin een boom te hebben die naar het oordeel van het bestuur hinder veroorzaakt;

k.       op een tuin reclameborden, -biljetten of dergelijke te hebben;

l.         op een tuin handel te drijven of een bedrijf of beroep uit te oefenen;

m.     activiteiten te ontplooien of na te laten die meer dan normaal schadelijke dieren en planten aantrekken;

n.       de paden op het complex op enige wijze te verontreinigen, of te gebruiken als opslag;

o.       palen of paalhouders in de grond te slaan dieper dan 50 cm;

2.       Met betrekking tot de tuin is het een lid niet toegestaan om:

a.        al dan niet tegen vergoeding de eigen tuin of de bouwsels door anderen te laten gebruiken;

b.       de tuin op enigerlei wijze te gebruiken voor commerciële doeleinden;

c.        op meer dan in totaal 50% van de totale oppervlakte van de tuin bouwsels of verharding in de vorm van bestrating, paden, aaneengesloten stukken gras e.d. aan te brengen;

d.       kunstgras, grind of grit op de tuin te gebruiken;

e.        op de tuin voorwerpen aanwezig te hebben die geen direct verband hebben met het tuinieren of met de recreatie op de tuin (dus bijvoorbeeld maximaal twee speeltoestellen, geen vaartuigen, permanente glijbanen, trampolines of, zwembadjes maar wel tuinmeubilair of klein speelgoed);

f.        het stallen van een aanhangwagen, bagage karren en dergelijke;

g.        de tuin verder te bebouwen dan de afbakening aangeeft;

h.       een partytent langer dan een etmaal te laten staan;

i.         op de tuin voorwerpen te houden die het geheel ontsieren of kleuren te gebruiken die niet passen bij het tuinpark. kleuren die toegestaan zijn: naturel, bruin, groen en zwart;

j.         ander dan natuurlijk materiaal op de tuin te begraven;

k.       woekerbamboe, Japanse duizendknoop of Siberische berenklauw op de tuin te laten groeien;

l.         andere bestrijdingsmiddelen te gebruiken dan die door de AVVN zijn toegestaan;

m.     vuilnis of rommel te verzamelen;

n.       in de open lucht open vuur te hebben; het verbod geldt niet voor verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke, sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven e.d., en vuur voor koken, bakken en braden, voor zover dat geen gevaar en/of overlast voor de omgeving oplevert;

 

Artikel 10 Bomen, hagen, heggen en struiken

Bomen zorgen zowel in het semi-openbare gedeelte als op de individuele tuinen voor een mooie groene aankleding op het volkstuincomplex. De keerzijde is dat de bomen onderhouden moeten worden en overlast kunnen veroorzaken. Denk aan overlast door schaduw of omvallen. De vereniging huurt de tuinen van de gemeente. In die zin blijft de gemeente juridisch aansprakelijk voor de veiligheid van alle bomen op het tuincomplex.

 

1.      Onderhoud van de bomen op de tuinen is de verantwoordelijkheid van de tuinder

2.      Bomen worden beschouwd als legale aanplant mits;

a.       de aanplant voldoet aan het tuinreglement;

b.      de bomen goed en veilig zijn onderhouden;

3.      Illegale bomen moeten worden verwijderd. De kosten zijn voor rekening van de tuinder.

4.      Voor het planten van bomen geldt het volgende:

a.       planten van bomen geschiedt in overleg met het bestuur; belangrijk hierbij is de keuze, motivatie en onderhoudsplan; dit om wildgroei te voorkomen;

b.      het planten van hoog opgaand geboomte is op de tuinen niet toegestaan;

c.       andere bomen dan laagstamfruitbomen te planten;

d.      struiken en bomen te laten groeien hoger dan de doorgetrokken denkbeeldige lijn over de hoogte van één meter op de grens en twee meter op één meter afstand haaks op de grens, met een maximum van 3 meter; zie afbeelding 1;

e.       een haag of heg is slechts toegestaan als die op uw eigen tuin staat en niet hoger is dan 1 meter en de haag of heg moet vanaf de eigen tuin aan beide zijden geknipt kunnen worden;

f.       tussen tuinen onderling is een hek van maximaal 1 meter hoogte toegestaan, mits dit hek geen schaduwoverlast veroorzaakt en het hek een open structuur heeft; een heg of haag is op de onderlinge tuinscheiding niet toegestaan;

g.       zogenaamd opschot (o.a. elzen) dient tijdig te worden verwijderd; zie verder bij artikel 17 Kapvergunning;

 

 

Artikel 11 Afscheidingen

1.      De grens tussen de tuinen onderling en die tussen de tuin en het pad bestaat uit een afscheiding van gaas en palen in gedekte kleuren (naturel, bruin, groen en zwart).

2.      De afscheiding tussen de tuinen onderling en tussen de tuin en het pad is niet hoger dan 1 m.

3.      Prikkeldraad in de afscheidingen is niet toegestaan.

4.      In de afscheiding is een goed werkend en goed scharnierend toegangspoort, niet hoger dan 1 meter geplaatst.

5.      De toegangspoort is voorzien van een goed leesbaar tuinnummer.

6.      Tuinafscheidingen in welke vorm dan ook hoger te maken of te laten worden dan 1 m.

7.      Het is niet toegestaan afrasteringen te verbreken en grenspalen te verwijderen of te verplaatsen.

Artikel 12 Paden

1.      Op de tuin

a.                  looppaden op de tuin zijn maximaal 1,0 meter breed;

2.      Aangrenzend aan de tuin

a.                  het pad aangrenzend aan de tuin is goed begaanbaar;

b.                 er staan geen spullen van de tuinder op het pad buiten de tuin;

c.                  overhangende takken leveren geen hinder op;

d.                 de strook tussen pad en afscheiding is vrij van onkruid en stenen en wordt bij voorkeur
opgevuld met planten en struikjes;

e.                  het pad grenzend aan de tuin wordt schoongehouden door betreffende tuinder; 3. Aangrenzend aan de tuin – niet toegestaan:

a.      de paden op enigerlei wijze te versperren;

b.      rijwielen hinderlijk op de paden te plaatsen;

c.      met auto’s te rijden op de paden;

 

Artikel 13 Dieren

1. Het is niet toegestaan om

a.        vee, pelsdieren, pluimvee, vissen of duiven op de tuinen te houden;

b.       bijen te houden zonder schriftelijke toestemming van het bestuur;

c.        huisdieren op het terrein toe te laten die overlast veroorzaken;

d.       honden en katten in het terrein los te laten lopen anders dan in de eigen tuin;

e.        uitwerpselen van honden en katten op het terrein achter te laten;

 

Artikel 14 Opstallen

1.      Het bestuur kan een lid toestaan om – na vooraf verkregen schriftelijke toestemming van het bestuur in verband met vergunningsverplichtingen – op de aan het lid in gebruik gegeven volkstuin een tuinhuis en andere bouwsels te plaatsen en beplanting aan te brengen, welke naar aard, omvang en gebruik moeten voldoen aan eisen die hieraan in de Statuten en/of reglementen zijn gesteld. Tevens kan een termijn worden gesteld waarbinnen het bouwsel dient te zijn gerealiseerd. Een bouwsel mag niet aard en nagelvast met de grond worden verbonden en dient demontabel van aard te zijn.

2.      Vergunning plichtig zijn: tuinhuis, kas en afdak.

3.      Niet vergunning plichtig zijn: een plastic tomatenkasje, platte bak, gereedschapskist, pergola mits deze voldoet aan de maximaal daarvoor gestelde afmetingen en kleuren.

4.      Het is nooit toegestaan zonder schriftelijke vergunning van de gemeente een tuinhuis en/of kas te bouwen.

5.      De vergunning als bedoeld onder 2, moet worden aangevraagd op de door de gemeente voorgeschreven wijze.

6.      Naast het bestuur kan de gemeente aan een vergunning voorwaarden verbinden betreffende de plaats van het tuinhuis, te gebruiken materialen, kleur van de materialen of andere onderwerpen.

7.      Het lid dient een kopie van de door de gemeente verstrekte vergunning aan het bestuur te verstrekken.

8.      De opstallen moeten naar behoren worden onderhouden. Dit wil zeggen dat ramen en deuren functioneren, de hemelwaterafvoer is aangesloten op regentonnen en/of overloop, het glas heel is en het geheel een verzorgde aanblik heeft.

9.      Het is niet toegestaan een kas als alternatief huisje of opslagruimte te gebruiken.

10.  Bij beëindiging van de huur moet de huurder alle opstallen van de tuin verwijderen. Dit geldt niet indien hij de opstallen aan de nieuwe huurder overdraagt.

11.  Wanneer een huurder niet voldoet aan zijn verplichtingen tot verwijdering van de opstallen is het bestuur bevoegd de van de verwijdering overblijvende materialen te verkopen. De opbrengst wordt, na aftrek van het door de huurder aan de vereniging verschuldigde, aan de huurder uitbetaald.

12.  Nadere aanwijzingen aangaande bebouwing zijn te vinden in bijlage 2 van dit reglement.

 

Artikel 15 Aanwijzingen

1.      Het bestuur is bevoegd ter uitvoering van de voorschriften vermeld in de artikelen 6 tot en met 8 aan de huurders aanwijzingen te geven.

2.      De huurders zijn verplicht deze aanwijzingen op te volgen.

 

Artikel 16 Tuinschouw

1.        Namens het bestuur wordt minimaal twee maal per jaar een tuinschouw gehouden.

2.        De door het bestuur voor de schouw benoemde personen zijn bevoegd alle tuinen voor dit doel te betreden.

3.        Bij de tuinschouw wordt gelet op de naleving van de voorschriften uit de statuten, het huishoudelijk reglement en uitvoeringsnota’s. In de uitvoeringsnota’s over de tuinschouw en de bomenschouw is beschreven hoe de criteria uit dit reglement kunnen worden toegepast.

4.        De beoordeling van een tuin kan luiden:

a.    in orde;

b.    hoofdzakelijk in orde, maar enkele kleine tekortkomingen of één ernstige tekortkoming;

c.    niet in orde, als er bij een voorgaande tuinschouw tekortkomingen zijn vastgesteld en deze niet naar  genoegen zijn verholpen, bij een grote en structurele achterstand of bij meerdere ernstige tekortkomingen;

5.        Voor de gevolgen van een negatieve beoordeling geldt het volgende: Een c-beoordeling geldt als één negatief punt, een b-beoordeling geldt als een half negatief punt. Als binnen twee opeenvolgende jaren drie negatieve punten zijn gegeven, zal het bestuur volgens artikel 7 lid 4 van de statuten het lidmaatschap opzeggen. Het bestuur heeft het recht hiervan af te wijken bijvoorbeeld als gevolg van persoonlijke omstandigheden van de tuinder.

6.        Het lid kan hiertegen bij de Adviescommissie geschillen in beroep zoals voorgeschreven in artikel 13 van het huishoudelijk reglement. De uitspraak van de geschillencommissie is zwaarwegend.

7.        Het bestuur informeert het betrokken lid, zo nodig, schriftelijk van de bevindingen bij de tuinschouw. Het bestuur informeert het lid ook over eventuele noodzakelijke werkzaamheden, de termijn waarbinnen deze moeten zijn verricht en de gevolgen van het niet naleven van deze aanwijzing.

8.        Het bestuur informeert de ALV over het aantal beoordelingen per categorie (a, b, c) en maakt inzichtelijk hoe de beoordelingen zich in de tijd ontwikkelen.

9.        Namens het bestuur wordt eenmaal per jaar een bomenschouw gehouden.

10.    De leden 2 t/m 8 zijn op de bomenschouw van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 17 Kapvergunning

1.        Voor het kappen van een boom is in de meeste gevallen een vergunning verplicht als de boom – en bij meerstammigheid de dikste stam – op 1,3 meter boven het maaiveld een diameter heeft van minimaal 20 cm of meer (Bomenverordering Zwijndrecht, per 1 april 2022).

2.        Er is een meldingsplicht voor het kappen van ‘kleine bomen’ bij een diameter van 10 cm tot maximaal 20 cm op 1,3 meter boven het maaiveld.

3.        Het verzoek om een dergelijke boom te verwijderen wordt altijd bij het bestuur ingediend. Het bestuur kan behulpzaam zijn bij het aanvragen van de kapvergunning. Burgemeester en wethouders van Zwijndrecht beslissen over de aanvraag.

4.        De bomen die met naam en locatie in de uitvoeringsnota’s over de tuinschouw en/of de bomenschouw zijn beschreven als te behouden boom, komen niet voor kap op verzoek van een of meer leden in aanmerking.

5.        De legeskosten voor de kap van een boom die – na de inwerkingtreding van dit reglement – op 1,3 meter boven het maaiveld een diameter bereikt van 20 cm of meer, zijn voor rekening van de tuinder in wiens tuin de boom staat. Dat laatste geldt ook voor de kosten van het kappen.

 

Artikel 18 Voorschriften

1.      De bepalingen van dit reglement laten de voorschriften der gemeente, voortvloeiend uit de wet, uit verordening of uit gesloten huurovereenkomst, onverkort.

2.      Het bestuur is verplicht bij de uitvoering van dit reglement de voorschriften als bedoeld onder 1, nauwlettend in acht te nemen.

 

Artikel 19 Bevoegdheid betreden tuinen

1.      De leden van het bestuur en commissies zijn bevoegd een tuin te betreden, indien zij dit ter uitvoering van de voorschriften van dit reglement noodzakelijk achten.

2.      Een tuinhuis of een kas mag bij calamiteiten van de huurder slechts worden betreden door twee bestuursleden tezamen, daartoe voor het betrokken geval speciaal gemachtigd door het bestuur.

3.      De huurders zijn verplicht te allen tijde burgemeester, wethouders of hun gemachtigden tot hun tuin toe te laten.

 

Artikel 20 Hardheidsclausule

1.      De hardheidsclausule houdt in dat het bestuur het recht heeft van de regels af te wijken.

2.      In onze vereniging zijn er grote verschillen in de frequentie waarmee wordt getuinierd en in de opvattingen wat tuinieren is. Door die verschillen is het voor het bestuur moeilijk om een rechtvaardig en eenduidig tuinschouwbeleid te voeren.  Onverkorte toerpassing van de regels kan leiden tot een onaanvaardbare hardheid.  Dit geldt met name voor tuinen die ouder zijn dan april 2024. Deze tuinen voldoen niet op alle punten aan de nieuwe regels. Hier kan de hardheidsclausule worden toegepast.

 

Artikel 21 Dwangmaatregelen

3.      Het bestuur is bevoegd om voor rekening van de overtredende of nalatige huurder alles ongedaan te maken of te verrichten, wat de huurder in strijd met de verboden en verplichtingen als bedoeld in de artikelen 8 tot en met 14 heeft gedaan of nagelaten.

4.      Het bestuur mag de bevoegdheid als bedoeld onder 1 niet eerder uitoefenen dan nadat betrokkene tweemaal schriftelijk is gewaarschuwd en hem een redelijke tijd is gelaten om zelf alsnog de verboden of verplichte handelingen ongedaan te maken, respectievelijk te verrichten.

5.      De huurder is verplicht de kosten, door het bestuur ingevolge het bepaalde onder 1 gemaakt, te voldoen binnen veertien dagen nadat deze hem door het bestuur schriftelijk zijn meegedeeld.

 

Dit reglement is vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 12 maart 2024 en vervangt de voorgaande versie van 5 mei 2014.

Ingangsdatum: 21 dagen na de vaststelling.

 

 

Tuinreglement – bijlage 1

Natuurlijk Tuinieren

Op ons complex wordt biologisch getuinierd in overeenstemming met de aanbevelingen van het AVVN (en de gemeente Zwijndrecht):

•       Beheer paden, heggen en gemeenschappelijk terrein zodanig, dat de diversiteit aan planten en dieren wordt bevorderd.

•       Verwerk tuinafval op de eigen tuin tot compost.

•       Gebruik afscheidingen van natuurlijk materiaal, in plaats van plastic platen of metalen hekken.

•       Maak van snoeihout een takkenwalletje.

•       Hark de grond onder een haag of takkenwal niet netjes aan; zo wordt het voor dieren interessanter en stimuleer je de komst van bijvoorbeeld het maarts viooltje.

•       Zorg dat egels en andere dieren je tuin in en uit kunnen.

•       Maak een drinkplek met water op je tuin al is het maar een diep bord.

•       Maak nest- en schuilgelegenheid voor dieren, zoals vogels, egels, insecten en amfibieën. Dat kan al met een hoopje stenen, dakpannen of takken, die een schuilplek voor kikkers, padden en insecten vormen.

•       Laat een hoekje op je tuin wat verrommelen met bijvoorbeeld wat brandnetel, een belangrijke waardplant voor vlinders.

•       Zet planten in de tuin waarvan de bloemen aantrekkelijk zijn voor bijen en vlinders en probeer het hele jaar bloeiende bloemen in de tuin te hebben.

•       Zorg dat egels je tuin in en uit kunnen.

•       Maak je afschermingen van gewassen zo dat dieren er niet in vast kunnen komen zitten.

•       Het gebruik van plastic en kunststoffolie dient zo minimaal mogelijk te zijn.

•       Het gebruik van niet-natuurlijke meststoffen te beperken.

 

 

Deze bijlage is vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 12 maart 2024 en vervangt de voorgaande versie van 5 mei 2014.

 

Ingangsdatum: 21 dagen na de vaststelling.

 

Tuinreglement – bijlage 2

Bebouwing

Wanneer u overweegt om een kas of een huisje op uw tuin te bouwen, moet u rekening houden met de gemeentelijke verordeningen. Tot maximaal één meter hoogte mogen gereedschapskisten, platte bakken en netten vrij worden geplaatst. Boven één meter zijn alle bouwsels veelal gebonden aan de bouwverordeningen van de gemeente Zwijndrecht.

 

De voorschriften hiervoor zijn als volgt:

•       Een kas en/of een huisje en/of een afdak mogen alleen gebouwd worden op een tuin van 150 m2 en groter. Zij mogen alleen op het deel van de tuin worden gebouwd dat daarvoor is bestemd. Het bestuur beschikt over een plattegrond van het tuinenpark waarop u kunt zien welk deel van uw tuin dat is.

•       Eén type opstal (alleen een kas en/of alleen een huisje en/of alleen een afdak) mag niet meer dan 10 % van de totale oppervlakte van de tuin in beslag nemen.

•       Voor het bouwen van een kas en een huisje en een afdak geldt een maximum van 15 % van het totale oppervlak.

•       Het oppervlak van een kas of huisje of afdak mag maximaal 20 m2 zijn; de bouwhoogte maximaal 3,00 m.

•       De onderlinge afstand tussen een kas en een huisje moet minimaal 2 meter zijn.

•       De opstallen moeten minimaal één meter van de tuingrens vandaan blijven.

•       Een plan voor een kas en/of een afdak/huisje moet altijd eerst aan het bestuur worden voorgelegd.

•       Voor een kas en/of huisje en/of afdak dient u een bouwvergunning aan te vragen bij de gemeente.  De leges voor een bouwvergunning zijn voor rekening van het verenigingslid.

 

U kunt uw plan met het bestuur bespreken op zaterdagen tussen 10 en 12 uur. Het bestuur kan u ook behulpzaam zijn bij het invullen van de benodigde papieren voor de bouwvergunning.

 

Pergola’s

•       Pergola’s zijn bedoeld om klimplanten te leiden; zij vallen onder tuinmeubilair en hebben een open constructie. Zij zijn niet hoger dan 2,5 meter en niet groter dan 10m2.

•       Voor pergola’s gelden (anders dan afdakjes), niet de afstanden tot de erfgrens en onderling met andere bouwsels.

•       Pergola’s kunnen verbonden zijn aan andere bouwsels.

•       Aan een pergola kan tijdelijk een gemakkelijk te verwijderen schaduwdoek worden gehangen.

•       Pergola’s mogen niet het zicht belemmeren.

•       Het is toegestaan één klimrek of pergola voor beplanting van maximaal 10 meter lengte of twee klimrekken van elk 5 meter lengte met een maximale hoogte van 2,5 meter op de tuin te plaatsen.

•       Toegestane kleuren zijn naturel, bruin, groen en zwart.

 

Gazebo’s

•        Onder een gazebo (afdak, prieel, veranda) wordt verstaan alles wat een dak heeft en tenminste één of meer dichte wanden.

•       Gazebo’s zijn vergunningplichtig. Hiervoor gelden ook de afstanden tot de erfgrens en onderling met andere bouwsels.

 

Vijvers

•       Vijvers mogen een maximale oppervlakte hebben van 4 m2.

•       De uitgegraven grond dient op de tuin te blijven.

•       Bij vertrek is de huurder verplicht om de vijver, als deze niet wordt overgenomen, te verwijderen en de ontstane kuil op te vullen met grond, op zodanige wijze, dat ook na enige tijd geen noemenswaardige verzakkingen optreden. Het vullen van de kuil met puin, zand en/of plantaardig afval is niet toegestaan.

•       Een vijver valt onder de noemer “onverharde” grond.

 

Terras

•       Ten hoogste 30 m2 van de tuin mag ingericht worden als terras.

•       Minimaal 50% van de tuin moet onverhard blijven en geschikt zijn voor beplanting.

•       De huurder die eventueel toestemming krijgt voor afwijkende maten, is in alle gevallen verplicht bij zijn vertrek de maten terug te brengen tot de volgens het reglement toegestane afmetingen.

 

Gewasbescherming

Ter bescherming van de gewassen op de tuin tegen vraatzuchtige vogels en ander ongedierte is het toegestaan, netten te plaatsen welke aan voorgeschreven regels dienen te voldoen.

 

De maximale maten van de constructie zijn:

•       Oppervlakte van het totaal op de tuin mag niet meer dan 50 vierkante meter zijn.      Hoogte: 2,70 m

•       Materiaal: netten of gaas, geen plastic of ander dicht materiaal.

 

 

BELANGRIJKE BEPALING UIT HET HUURCONTRACT VAN DE VERENIGING MET DE GEMEENTE

 

Artikel 7 (over opstallen)

•       Huurder (lees: de vereniging) mag geen opstallen op het gehuurde oprichten, doen oprichten of opgericht houden, anders dan die in verband met de bestemming van het gehuurde nodig zijn.

•       Opstallen moeten worden gebouwd overeenkomstig een door verhuurder (lees: de gemeente) goedgekeurd ontwerp.

•       Het bebouwingspercentage per tuin en de grootte en hoogte van de plantenkas dient te voldoen aan de daarvoor in het bestemmingsplan gestelde richtlijnen.

•       Behoudens het gestelde in dit artikel is het huurder c.s. niet toegestaan opstallen op het gehuurde aan te brengen of bestaande opstallen te vergroten zonder schriftelijke toestemming van verhuurder.

•       De tuinhuizen mogen niet voor bewoning worden gebruikt.     Overnachten is niet toegestaan.

 

Deze bijlage is vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 12 maart 2024 en vervangt de voorgaande versie van 5 mei 2014.

Ingangsdatum: 21 dagen na de vaststelling.

 

 

error

Volg ons via:

  • Facebook